Door Margreet Vloon en Annemarie Zijl
Door Margreet Vloon en Annemarie Zijl
“Internet is voor een deel van onze leerlingen een goede oplossing. Wanneer jij door je lichamelijk beperking niet altijd in staat bent om ergens fysiek aanwezig te zijn, kan dat wel online.
Maar dat online aanwezig zijn heeft natuurlijk wel direct consequenties, bijvoorbeeld op het gebied van privacy”, zegt Anke Aberson, cultuurcoördinator en Special Heroes Art-coach op VSO de Twijn.
Op VSO de Twijn volgen kinderen met een fysieke en/of verstandelijke beperking vmbo, havo of praktijkonderwijs. Gezien de fysieke omstandigheden is het dus best handig dat de online-wereld goed toegankelijk is. Hoe je daar goed mee om gaat leer je niet in één les Mediawijsheid. De school besteedt dan ook op vele manieren aandacht aan weerbaarheid en persoonlijke ontwikkeling. Daarbij heeft de school kunst & cultuur als één van de pijlers benoemd onder haar onderwijs, naast filosofie, leerlijnen, sport & beweging en binnenkort ook ecologie.
De uitgangspunten die Geert Biesta formuleerde, vormen een belangrijke basis voor de visie. Deze pedagoog omschreef de opdracht van het onderwijs zo: “Het onderwijs heeft als doel in elk kind het verlangen te wekken om op een volwassen manier in de wereld te willen zijn”. (Meer over zijn visie vind je in de kantlijn bij dit artikel).
Anke:
“Dat is waar onze school ook steeds meer op doorbouwt. Het gaat erom dat de leerling vaardigheden en kennis krijgt aangeboden om dát te leren: in de wereld zijn”.
Zodoende werkt de school vanuit een breed duurzaamheidsbegrip waarin zowel aandacht voor sociaal en inclusief werken, als betrokkenheid bij natuur en milieu is.
Anke maakt samen met drie andere collega’s per jaar een programma waarin ruimte is voor reguliere lessen, projecten en workshops. Zij schakelen regelmatig externe professionals uit de cultuur in om in of buiten de school met de kinderen aan de slag te gaan.
“Een kunstenaar in de klas geeft een andere dynamiek in de groep. Doordat de leerling anders wordt aangesproken komt er soms iets uit dat je helemaal niet had verwacht.”
Deze keer trokken de leerlingen erop uit in het kader van festival Woest waar ze in een workshop van Margreet Vloon en Annemarie Zijl kennismaakten met hun eigen gezicht …. maar dan anders.
Margreet, fotograaf, ontwierp samen met grafisch vormgever Annemarie de workshop ‘Een nieuw gezicht’. Naast vormgevers zijn zij beiden ook docent beeldende kunst. Annemarie legt kort uit wat de workshop inhoudt:
“Aan de hand van de privacywet gaan we met de leerlingen in gesprek. We vragen de jongeren of ze zichzelf wel eens online zijn tegengekomen, of dat ging over een foto die ze er zelf op hadden gezet of niet en wat ze daarvan vinden”. Op deze manier behandelen ze de soms ingewikkelde AVG wet op een voor leerlingen herkenbare manier.
In duo’s maken de leerlingen een levende fotocollage waarbij ze delen van het gezicht weghalen door er een wit of zwart papier tegenaan te houden. Annemarie: “Kijk, als je tegen een witte wand zit en je legt dan wit papier tegen je gezicht aan dan valt dat wit weg tegen de achtergrond. Zodoende blijft een deel van je gezicht over. Ben je nu nog herkenbaar? Daar gaan ze het gesprek over aan en zo ontstaat er een hele nieuwe serie foto’s”.
Margreet:
“We willen jongeren leren om te kijken, kijken wat dingen doen. Fotografie is daar een perfect middel voor. Je staat in je werkelijkheid, maar door als mens één handeling uit te voeren, bijvoorbeeld door iets te bedekken, verander je die werkelijkheid, verander je datgene wat is”.
Recent paste Margreet de workshop nog aan vanwege Covid. Ze legde een vel plasticfolie over het gezicht van een leerling zodat de huid afgeschermd was en liet de andere leerlingen het gezicht “overtrekken”. Zo ontstond een ‘tweede gezicht’, een extra identiteit.
De leerlingen moeten tijdens deze workshop goed naar elkaar kijken. “Eigenlijk brengen we een ontmoeting in beeld”. Om leerlingen op weg te helpen doen ze vaak één simpele handeling voor.
Margreet: “Dan laat ik bijvoorbeeld Annemarie een zwart balkje voor haar gezicht zetten. Dat is ook een symbool, dat herkennen ze direct. ‘Die persoon moet wel geanonimiseerd zijn want die heeft iets vreselijks gedaan’.
Of we laten zien dat maar de helft van het gezicht zichtbaar is en vragen dan: ‘Wanneer kan je nog getagd worden, wanneer is jouw gezicht nog herkenbaar?’
Dat levert leuke gesprekken en experimenten op. Zo blijkt steeds weer dat we veel meer boodschappen uitzenden dan we ons bewust zijn.”
De meeste jongeren staan niet direct te springen van enthousiasme om zichzelf in beeld te zetten – hoewel ze dit veel doen op de social kanalen voelt dat toch een stuk veiliger. Maar met de kwinkslag die Annemarie en Margreet eraan geven doet iedereen gewoon lekker mee.
Annemarie: “Je kunt ook gewoon één oog zichtbaar laten als je wilt, het maakt niet uit”.
Ze praten enthousiast over het werken met jongeren, ook op andere scholen. Margreet: “Jongeren zitten vaak helemaal in de Instagramfilters en duckfaces. De invloed van influencers is enorm – als moeder doe je er soms helemaal niet meer toe”. Daar willen ze graag iets tegenover zetten.
Anke kan het van harte aanbevelen:
“Wat ik altijd mooi vind is dat een externe aanbieder iets anders kan brengen dan de leerkracht zelf die dagelijks voor de klas staat. Met name omdat kunstenaars een andere kijk hebben, kunnen zij de leerlingen anders aanspreken”.
“Soms vinden leerlingen daardoor opeens een bepaalde focus, waardoor er iets uitkomt wat je als docent niet direct had verwacht.Dat vind ik altijd het allerleukste om te zien”.