{{ darkOn ? 'go bright' : 'go green' }}
Menu
Ontwikkelpartner voor duurzaam onderwijs
“Er zijn zo’n 150 kinderen die gewoon dit jaar een groentetuin hebben gemaakt, ondanks de bestrate tuinen.”
Voor Greetje is duurzaamheid altijd een thema geweest en het Nordwin gaf haar daarvoor alle ruimte. Zodoende kwam een aantal mooie projecten op haar pad waar we er een paar van uitlichten. Als één van de eerste scholen sloot het Nordwin zich aan bij Eco-Schools, dat heeft ook een grote impuls gegeven. ‘Zelf ben ik nogal op het technische gericht, maar er is natuurlijk ook het sociale aspect. Zoals armoede, of een inclusieve samenleving. Het thema duurzaamheid is groter dan “groen” alleen.’
“Je kan het echt in elke les wel gieten. Het hoeft niet technisch te zijn, het kan ook gaan over open staan voor mensen van buitenaf, over armoede, over wat er nu in Griekenland gebeurt. Als je hier het zaadje legt, op een vmbo school, hebben de kinderen daar later voordeel van. Of het nu voor hun werk is, of voor de maatschappij waar zij in terecht komen.”
Eén van de eerste projecten waar zij met trots op terug kijkt is dat van de streekeigen gewassen. Het startpunt was het “wâldbeantsje”. Vanuit dit vergeten boontje werden de leerling geconfronteerd met de geschiedenis van de streek, de vorming van de omgeving, de vrucht, de grondsoort, de armoede: alles bij elkaar een mooi project waarbij je veel vakgebieden kunt integreren.
Voor de GL richting heeft het Nordwin er dan ook een uitgebreid project van gemaakt. Wat uit alle voorbeelden spreekt is dat de interesse bij leerlingen gewekt wordt door hen actief aan het werk te zetten met een onderwerp.
Het is wel de kunst om het enthousiasme vast te houden. ‘Op een gegeven moment heb je zo’n mooi project, dan heb je de vakgebieden samengevoegd, het loopt goed en toch bloedt het dan om een of andere reden toch weer een beetje dood.’
“Je moet er eigenlijk voor zorgen dat het vast in je curriculum staat.”
‘Zo zouden bijvoorbeeld de excursies die wij organiseren op duurzame dinsdag in principe elk jaar herhaald kunnen worden. Al is het een hele organisatie, je komt wel de school uit en laat leerlingen de waterzuivering bezoeken, de kringloop of het afvalbrengstation. Dat zijn heel waardevolle bezoeken.’
Een recenter voorbeeld waar Greetje met heel veel plezier over vertelt is het Groentuinproject. Dit stond al op het programma, maar moest door corona een andere invulling krijgen. Al snel bleek juist die opdracht een gouden greep te zijn. Van het begin af aan konden leerlingen daar opdrachten mee maken.
‘De eerste weken was er soms wat twijfel, zeker ook gezien alle bestrate tuinen, maar na de drie maanden die we hieraan werkten waren er ook heel veel ouders die intussen meededen. De meeste tuinen zijn nu nog steeds groentetuin. Er zijn zo’n 150 kinderen die gewoon dit jaar een groentetuin hebben gemaakt! Daar ben ik echt trots op.’
Het valt haar al langer op dat zelfs in Friesland bij alle leerlingen de voortuin bestraat is, dat er steeds meer tegeltuinen ontstaan. ‘Dit project geeft ook de ouders weer inspiratie. Ze moesten allemaal foto’s inleveren. Dan zie je dat die oude vierkante meter bakken weer opgescharreld zijn, soms helemaal in stijl en kleur gebracht van het huis. De leerlingen moesten onder meer nog een insectenhotel maken en een tuinplan.’
“Je hoort ook wel van leerlingen: ‘de groente is niet gelukt, maar het is nu een bloementuin geworden’.”
‘Er zijn kinderen die de zandbak hadden omgebouwd, echt heel veel leuke oplossingen zijn er gekomen. Ik kon het natuurlijk niet verplicht stellen (leerlingen konden ook opdrachten maken op papier), maar ik denk wel dat 90% het heeft gedaan.’
Nog een ander voorbeeld van het Nordwin College is het project Tuinen Verbinden. Hierin gingen leerlingen aan de slag in de dorpen uit de regio om meer natuur terug te brengen, want ook daar zijn de tuinen bestraat. Zie het filmpje onderaan deze pagina, de school won hier de Impactprijs mee.
Wat kan een docent doen die lesgeeft op een school waar duurzaamheid nog geen echt thema is, of die helemaal geen groen vak geeft bijvoorbeeld?
Greetje: ‘Je kan het echt in elke les wel gieten. Het hoeft niet technisch te zijn, het kan ook gaan over open staan voor mensen van buitenaf, over armoede, over wat er nu in Griekenland gebeurt. Als je hier het zaadje legt, op een vmbo school, hebben de kinderen daar later voordeel van. Of het nu voor in werk is, of voor de maatschappij waar zij in terecht komen.’
