https://bijscholingvmbo.nl/bg/dp/milieu-hergebruik-duurzaamheid-lessen-ontwikkelen
Leerlingen lopen graag binnen bij docent Carla Leunissen, of ze nu op het vmbo basis of op de havo zitten. Zo graag zelfs dat wanneer leerlingen moeten nablijven, ze dat het liefst in haar lokaal doen door mee te helpen aan de opdrachten die zij voor haar leerlingen bedenkt.
Carla werd gegrepen voor het onderwijs toen ze ontdekte hoe mooi het is om iets te kunnen overbrengen dat echt blijft hangen. Ze zet haar kennis van techniek in om leerlingen te helpen gave ideeën uit te werken bij Doen & Ondernemen, dat is een vak in de onderbouw op het Echnaton in Almere. Als kartrekker Milieu, Hergebruik en Duurzaamheid zorgt ze meteen dat al die ideeën een duurzame basis hebben. Via de gelijknamige cursus bij Bijscholingvmbo.nl deed ze daarvoor extra inspiratie op bij Upcyclecentrum Almere.
‘Vaak werkt het zo dat leerlingen op school iets moeten. Hier mogen ze kiezen. Wij hebben 47 projecten waaraan ze kunnen werken. En als daar niets bij zit mogen ze zelfs hun eigen project bedenken.’
“Je moet de lol er bij de leerlingen inhouden, ik wil dat ze er echt blij van worden.”
‘We werken via de zeven stappen van het onderzoekend en ontwerpend leren. Ik ben daarbij de coach, het wie, wat en hoe komt echt uit de leerlingen zelf. Ze werken samen in groepen van minimaal twee leerlingen, maximaal vier. Per klas lopen er daardoor steeds ongeveer zes projecten’
‘Voorbeelden van projecten zijn een prentenboek over plastic soep, oplossingen om het broeikaseffect te verminderen, een ‘marble mania’ knikkerbaan maken van gerecycled materiaal, een licht-spotje maken op zonne-energie of verticaal tuinieren (maak je eigen moestuin).’
‘De klassen zijn heterogeen samengesteld, door alle niveaus heen. Het mooie hiervan is dat leerlingen elkaar zo ook beter leren kennen. Eerst denken ze nog ‘ik ken jou niet’. Maar intussen is het eigenlijk al heel gewoon geworden.’
‘We hebben drie stromen, dat zijn Food & Health, Technology & Design en mijn richting Techniek & Engineering. Op dit moment bieden we Doen & Ondernemen aan in de onderbouw voor leerlingen uit basis, kader en gemengd. Komend jaar komen daar (waarschijnlijk) ook de mavo en havo bij. Dan zullen er meer business opdrachten toegevoegd worden, want op de business havo leer je ook hoe je een bedrijf moet starten.’
‘Elk project bevat een duurzame uitdaging die in een lesboekje beschreven staat. Aan de hand daarvan doorlopen de leerlingen alle stappen van het onderzoekend en ontwerpend leren.’
‘We werken met de SCRUM-methodiek. De leerlingen zetten al hun ideeën over hoe de uitdaging kan worden uitgewerkt op een bord. Dat is altijd de eerste stap van de opdracht in het boekje. Uitwerkingen variëren van een complete website tot een maquette, de leerlingen kiezen die manier van uitwerken zelf.’
‘Ook de telefoon zet ik graag op een nuttige manier in de lessen in. Zo staan er in elk boekje QR-codes die leerlingen moeten scannen om informatie op te halen. Uiteindelijk presenteren alle groepjes hun project aan hun klas.’
‘Sommige opdrachten lijken vooraf wat suf. Zoals die waar leerlingen iets moeten bedenken waardoor de school afval kan scheiden. Maar wat ze bedachten was geweldig: een prullenbak die juicht wanneer je er het juiste afval in gooit.’
‘Van afvalmateriaal hebben ze de bakken gemaakt. Met elektronica hebben we het juichen gerealiseerd. Alles is in het klein gemaakt, maar op zo’n manier dat het ook in het groot geproduceerd en verkocht zou kunnen worden. Daar worden leerlingen enthousiast van!
Het was best een pittige opdracht. Want sensoren moeten het materiaal herkennen. Is het bijvoorbeeld GFT of oud papier? Bij mijn collega van Technology & Design hebben ze geleerd om de sensor te programmeren op basis van gewicht. In deze opdracht zit zoveel: leren bouwen, programmeren, materialenkennis, gereedschappenkennis’.
‘De lessen Doen & Ondernemen duren vier uur. Dan is er altijd wel een moment waarop je als leerling even geen zin hebt. Voor die momenten hebben we de Eco-Stad: een maquette die leerlingen zelf aan het bouwen zijn. Ze schrijven daarvoor eigenlijk zelf de opdracht die ze daarna kunnen kiezen. Er is al een flink deel af. Ze maken huisjes en auto’s die rijden op zonne-energie. Wanneer iets niet helemaal af komt, dan gaat een andere leerling er mee verder, het is echt een gezamenlijk project.’
“Ik nodig leerlingen graag uit om een bijdrage te leveren. Dus schrijven ze ook hun eigen opdrachten als ze dat willen.”